Overslaan en naar de inhoud gaan
12 maart 2020, de dag dat alles anders werd

12 maart 2020, de dag dat alles anders werd. Ook voor onze vrijwilligers in het Oncologisch Centrum van Ziekenhuis Gelderse Vallei. Ineens lag hun werk  stil. Ze mochten geen kopjes koffie meer inschenken of luisterend oor zijn voor de patiënten op de dagbehandeling. We zijn nu een half jaar verder en ze kunnen niet wachten om weer aan de slag te gaan.

Daniëlla van Eden en Fenna Fleer  zijn twee van onze bijna vijftig vrijwilligers die u tegen kunt komen in het Oncologisch Centrum van Ziekenhuis Gelderse Vallei. Daniëlla sinds 2015 en Fenna sinds 2018. Haarfijn voelen ze aan wat een patiënt nodig heeft. Een mint snoepje voor de keel die bij elke minuut langer in de wachtkamer droger lijkt te worden, een vriendelijk woord voor het echtpaar dat er vandaag duidelijk voor de eerste keer is of een lolly voor het kleine meisje van wie de oma zo haar chemo krijgt.

Fenna wilde altijd al graag in het ziekenhuis werken. Toen haar vaste oppasdag op haar ouder wordende kleinkinderen wegviel, schreef zij zich in voor vrijwilligerswerk. “Ik wilde graag beneden in de hal van het ziekenhuis werken, maar daar was een wachtlijst. Er waren wel vrijwilligers nodig in het Oncologisch Centrum. Oncologie? Dat was vast heel zwaar, dacht ik.” Toch hakt Fenna de knoop vrijwel gelijk door en diezelfde week begint ze aan de opleiding tot gastvrouw/-heer die gegeven werd in ons Toon Hermans Huis. “Ik voelde me gelijk thuis. Onze docent zei tijdens de opleiding zelfs tegen mij dat ik voor dit werk in de wieg ben gelegd. En dat klopt, ik vind het heerlijk om te doen. Het geeft zoveel voldoening, ik ben er echt in mijn element.”

Werken in het ziekenhuis had ook Daniëlla altijd al getrokken. Helaas werd ook zij getroffen door kanker. “Toen ik mij wat beter voelde, nam ik mij voor om vrijwilligerswerk te gaan doen. Door mijn eigen ervaringen wilde ik het liefst iets betekenen voor mensen met kanker.

Toen ik op de Vlegeldag in Bennekom de informatiekraam van het Toon Hermans Huis zag staan, greep ik mijn kans en ging ik in gesprek met een van de vrijwilligers. Na dat gesprekje wist ik het zeker, dit wilde ik gaan doen. En nu zijn we alweer vijf jaar verder.”

Omdat Daniëlla zelf kanker heeft gehad, weet zij als geen ander wat de patiënten die zij in de wachtkamer of op de dagbehandeling treft, doormaken. Dat rugzakje vol ervaring neemt zij mee naar iedere dienst.

“Soms zie je het al als iemand de lift uitkomt. Die blik van hier wil ik helemaal niet zijn, de angst. Wat is het dan fijn om er voor zo iemand te mogen zijn. De weg te wijzen, een glaasje water aan te kunnen bieden en even een praatje te maken. Zeker als iemand alleen is, wordt dat echt op prijs gesteld.

Wij dringen ons niet op, heeft iemand genoeg aan zichzelf, dan is dat natuurlijk ook goed. Dokter Baars zei het vlak voor de coronatijd nog tegen mij. Weet je wel hoeveel jullie voor ons en voor de patiënten betekenen? En hoe blij we eigenlijk met jullie zijn? Dat is toch een prachtig compliment!”

Daniëlla en Fenna zien veel van hun patiënten regelmatig terug. “Eén van hen was in maart voor haar honderdtiende behandeling immuuntherapie. Als je iemand zo vaak ziet en spreekt, krijg je vanzelf een band met elkaar. Patiënten delen hun zorgen, maar komen ook naar je toe om te vertellen dat zij een goede uitslag hebben gekregen. Zo fijn is dat!”

En toen was het 12 maart en ontvingen alle vrijwilligers van ons Toon Hermans Huis een mailtje van het ziekenhuis dat hun werk per direct stil kwam te liggen vanwege de coronamaatregelen. Een klap in het gezicht voor velen. “In een paar tellen viel alles weg”, zegt Fenna. “Logisch natuurlijk, ik heb alle begrip voor de beslissingen die genomen zijn, maar wat mis ik mijn werk. Het voelt leeg. Ik mis mijn weekritme en ik mis het om er te kunnen zijn voor anderen. Ik moet gewoon kunnen zorgen. Maar…”, besluit Fenna, “ik mag natuurlijk eigenlijk helemaal niet mopperen, want ik ben nog gezond!” 

Helaas is er op dit moment nog geen zicht op wanneer onze vrijwilligers hun werk in het Oncologisch Centrum weer kunnen hervatten. “Pas kreeg ik nog een mailtje van een van de verpleegkundigen: Ze missen ons! Als ze mij vanmiddag bellen dat ik morgen weer kan beginnen, dan ben ik er. We staan te popelen om weer te beginnen”, zegt Daniëlla.