Overslaan en naar de inhoud gaan

Patiënten in Ziekenhuis Gelderse Vallei die de diagnose borst– of darmkanker hebben gekregen, kunnen gebruik maken van een buddy. Een ervaringsdeskundige opgeleid door ons Toon Hermans Huis, die hem of haar ter zijde staat en uit eigen ervaring weet hoe het is om deze diagnose te krijgen. Gerlofke Zwart is een van hen. Zij vertelt waarom zij besloot om buddy te worden.

“16 juli 2013 kreeg ik de diagnose borstkanker. Ik was toen 33 jaar. Het zag er niet goed uit. Een grote tumor met uitzaaiingen in de lymfeklier onder de oksel. De diagnose kwam een dag na de geboorte van ons tweede kindje. Het voelde onwerkelijk en bizar om met een pasgeboren jongetje op schoot in het donker te zitten op de afdeling radiologie voor een punctie uit mijn borst. Een maand na de bevalling begon het behandeltraject. Er was zwaar geschut nodig, begreep ik, omdat de situatie serieus bedreigend was. We startten een maand na de operatie met chemokuren, daarna een borstamputatie, bestralingen en nabehandeling met herceptin.

Diepte– en hoogtepunten

Natuurlijk was dit een ontzettend heftige periode in ons gezin met intensieve diepte- en hoogtepunten. Maar het heeft ons leven ook verrijkt; we ervaren ons leven nu anders dan voor de kanker: minder bang, meer vrij, rijker levend. Maar hier zijn we niet vanzelf gekomen. We hebben onder andere gemerkt dat het onder ogen durven komen van de emoties die het kankerproces oproept erg belangrijk is. Je moet er vroeg of laat doorheen.

Een paar jaar na mijn traject hoorde ik van het buddyproject dat net gestart was. Toen ik verder informeerde, dacht ik meteen ‘dit is precies wat ik toen gemist heb!’

1000 praktische vragen

Allereerst had ik in het begin van ons traject 1000 praktische vragen. Ik kende weinig mensen met kanker en wist werkelijk niets over zo’n behandeling. De verpleegkundigen en artsen in het ziekenhuis waren ontzettend vriendelijk en kundig en ik kon ze altijd bellen als ik vragen had. Toch voelde ik me vaak bezwaard om de drukke verpleegkundigen lastig te vallen met alle ditjes en datjes die ik mij afvroeg. Wat was het fijn geweest als er iemand was geweest aan wie ik deze vragen had kunnen stellen die niet bij het ziekenhuis werkt, maar wel precies wist hoe het traject waar ik voor stond eruit zag. Ook tijdens bijvoorbeeld de chemokuren kwam ik veel dingen tegen waar ik onzeker van werd en vragen over had – is dit normaal? Gaat dit nog over? Hoort dit erbij? Wat helpt? Wat was het fijn geweest om iemand gehad te hebben die hetzelfde had doorgemaakt en deze vragen kon beantwoorden vanuit eigen ervaring, niet vanuit een protocol.

Emotioneel proces

Als tweede was er het emotionele proces. Het voelde alsof de dood voor onze voordeur stond. Het kolkte van binnen aan emoties: angst, onzekerheid, weerstand, verwondering, dankbaarheid, rouw, verwarring, verdriet, bezorgdheid, alles door elkaar. En dan hadden we ook een peuter en baby om voor te zorgen. Veel mensen wilden graag helpen, dat was heel fijn, maar er waren weinig mensen met wie ik mijn eigen gevoelens kon bespreken, omdat ieder met zijn eigen gevoelens zat. Bijvoorbeeld mijn ouders waren zelf nog banger dan ik. We wilden elkaar niet belasten, dus bespraken we vooral praktische dingen, maar niet wat het met ons deed. Sowieso vonden veel mensen het zelf moeilijk dat ik kanker had. Ze konden het niet goed aan als ik erover wilde praten. Ik merkte dat ze liever hadden dat ik vroeg om een pan soep (wat ik natuurlijk ook deed). En dat begrijp ik ook. Wat was het fijn geweest als ik naast alle lieve praktische hulp ook met iemand had kunnen praten die precies wist hoe ik mij voelde en die het aan kon als ik daar over wilde praten en huilen. Iemand voor wie ik niet hoefde te zorgen, maar ook geen betaalde professional, zoals een psycholoog. Gewoon iemand die luistert, knikt, glimlacht, begrijpt. Dat helpt.

Eigen verhaal

Als derde merkten we dat veel mensen een eigen verhaal hebben (iedereen kent wel iemand die kanker heeft gehad) en dit liever vertellen dan dat ze naar jouw verhaal luisteren. Daarbij vertelden mensen vaak verhalen van mensen die ze hadden gekend die overleden waren aan kanker. Dit hielp niet! Wat was het fijn geweest als er iemand voor me was die het hele proces doorlopen had en… leefde!

Hoe verder?

Als vierde is er ook nog de mens na de kankerbehandelingen. Na het laatste gesprek met de oncoloog is iedereen in je omgeving opgelucht, nu is het klaar. Maar hoe ga je verder in je leven met vermoeidheid en een vol hoofd? Hoe leef je met een verminking van wat eerst een borst was? Wat doet dit alles met je huwelijk, vrouw-zijn, zelfbeeld? Hoe help je je kinderen in hun verwerkingsproces? Wat was het fijn geweest over deze zaken met iemand door te kunnen praten die hier al verder in is.

Een buddy voor iedere kankerpatiënt

Dit alles en nog meer kan een buddy betekenen voor een (ex-)kankerpatiënt. Nu ik zelf buddy ben is dit ook precies wat ik mag geven aan een ander. Altijd zijn er waardevolle ontmoetingen en gesprekken die er toe doen. Zo kan ik een ander helpen en het doet mij ook erg goed. Ik ben ervan overtuigd dat als iedere kankerpatiënt een buddy zou hebben, de professionele hulpverlening een stuk minder belast zou hoeven worden.”

Een buddy die bij je past

Van iedere buddy is een foto en persoonlijke informatie beschikbaar zodat een buddyvrager iemand kan kiezen die bij hem of haar past. Onze buddycoördinator regelt vervolgens de match en het eerste contact kan worden gelegd.

Meer informatie: buddy [et] toonhermanshuisede [punt] nl